Historie
Buurtschap Bommerig, bestaande uit een aantal verspreid liggende boerderijen en woningen, is een klassiek voorbeeld van een nevennederzettingen bij een centraal gelegen plaats, in dit geval het dorp Mechelen.
Al in de 13de eeuw is het dal van de Geul dusdanig in gebruik, dat ook de plateau’s worden opgezocht voor de verdere expansie van landbouw en veeteelt.
Bouwen in vakwerk, met bouwhout dat veelal gratis verkrijgbaar was uit gemeenschappelijke bossen, is tot de Franse tijd en ook nog lange tijd daarna de meest voor de hand liggende bouwmethode in deze contreien. Houtskelet werd destijds tot het roerende goed gerekend omdat het demontabel en relatief makkelijk te verplaatsen is. Bij gebrek aan voldoende liquide middelen als gevolg van de stagnerende landbouw en/of veeteelt werd gebouwd met bij elkaar gesprokkelde skeletfragmenten. Dit fenomeen levert dan een moeilijk of niet ‘leesbaar’ houtskelet op. Dit is bij deze vakwerkboerderij ook het geval.
De hoeve bestaat uit een woonhuis met aansluitend een schuur in vakwerk. Haaks op het woonhuis staat een bijgebouw in vakwerk met daar weer haaks op een bakoven.
De schuur heeft aan de straatkant een vakwerkwand welke een eenheid vormt met die van het woonhuis.
Dit vakwerk kenmerkt zich door het ontbreken van schoren, wat typisch is voor het ‘post-Napoleontische’ vakwerk dat rond 1850 is neergezet.
Rond 1900 richt de exploitatie van de boerderij zich geheel op de veeteelt. De uitbreiding wordt gevonden door een gedeelte van een langswand van het vakwerkgebouw te slopen en achter de schuur een parallelle wand op te trekken. Hierdoor ontstaat een ruimere stal. Door het weghalen van de vakvullingen krijgt dit bouwdeel een open verbinding met de schuur.
Rechts voor het complex staat een gebouw in baksteen dat deels een ouder gebouw vervangt en naar de straat toe is uitgebreid.
Uitdaging
Het karakteristieke van de negentiende eeuwse vakwerkboerderij behouden.
In de gebouwen een woning realiseren met aandacht voor eigentijdse gebruik, comfort en verduurzaming met zoveel als mogelijk zicht op het spectaculaire heuvellandschap.
Ontwerp
De niet monumentale en overbodige bijgebouwen slopen.
De hoge ruimte in het voormalige schuurgedeelte van de vakwerkboerderij gebruiken als leefruimte.
Door het restant van de langswand (van een gesloopt vakwerkgebouw) nogmaals op te pakken en 1,5 meter te verplaatsen - met daartussen een glazen tussenelement - ontstaat een nieuw bijgebouw dat voldoende ruimte biedt voor alle woonwensen. Daar waar de oude achtergevel versteend is, wordt deze weer voorzien van vakwerk: een houten geraamte grotendeels gevuld met glas.