Historie
Hoewel de windmolen op Vrouwenheide een betrekkelijk geringe leeftijd heeft kent ze een zeer bewogen geschiedenis. Als hoogstgelegen molen van Nederland is het huidige zwart geteerde gebouw ook letterlijk een enorme blikvanger, én de leverancier van een wijde blik.
De windmolen Op de Vrouweheide werd in 1858 gebouwd door Joseph van de Weijer, graanhandelaar en molenaar.
De gebruikte bakstenen waren kennelijk van onvoldoende kwaliteit waardoor na verloop van tijd de noodzaak gevoeld werd de romp te teren, waarmee de bijnaam de Zwarte Beer geboren was.
Vanaf het begin van de 20e eeuw raakt de molen meer en meer in verval en buiten functie. Dat was ook de situatie in de oorlogsjaren 1940-1945, toen de molen alleen een opslagfunctie had. Dat bood de Engelse troepen, die oprukten richting Aken, de gelegenheid in de molen een uitkijk- en luisterpost te vestigen van de RAF. Toen de post in januari 1945 verlaten werd viel bij de ontruiming een brandende benzinekachel om en brandde de molen totaal uit. De molenromp werd in 1955 verkocht aan Jos. Gerards, een restauranthouder die de molen herstelde en in de molen een restaurant vestigde.
De woonfunctie heeft de molen sinds de restauratie en verbouwing van 1976 tot 1983 door de vorige eigenaar.
Uitdagingen
Het wonen in de molen optimaliseren, waardoor meer licht en zicht met name op de begane grond wordt gerealiseerd. Daarnaast het casco van de molen restaureren waarbij speciale aandacht voor de geteerde (en dus geheel afgesloten) buitengevels.
Ontwerp
Het muurwerk van de van molenbelt is van recente datum (1976-83) en geeft de mogelijkheid extra licht in de woonkamer en keuken te creëren gelijktijdig met een schitterend uitzicht op het nabij gelegen landschap. Het voorgestelde panoramaraam op de eerste verdieping had dit woongenot nog kunnen vervolmaken, maar werd helaas niet goedgekeurd.
Naast de aandacht voor het optimaliseren van het wooncomfort is verduurzaming ook een belangrijk aandachtspunt.