In 1871-72 wordt de St. Jozefkerk gebouwd door architect Bolsius. De in Luik wonende vicaris-generaal Mgr. J.C. Warblings van het bisdom Luik, geboren in Doenrade, betaalde mee aan de bouw en maakte een zelfstandige parochie met kerk in Doenrade mogelijk.
Naast de kerk en de pastorie wordt door hem in 1878 het Warblingshuis gebouwd. Voor Coen Eggen, kunsthistoricus, is het duidelijk dat dit pand geen ‘vicariaatswoning’ is geweest, maar het woonhuis voor diens broer N.J. Warblings. In het huis is een kapel ingericht zodat hij en zijn broer J.M. Warblings, pastoor in Jupille, tijdens familiebezoek te allen tijde een mis konden lezen in het familiehuis.
De bijzondere architectuurhistorische waarden van het geheel worden bepaald door de neogotische bouwstijl, de Luikse architectuurinvloeden, de esthetische kwaliteit en het materiaalgebruik. Met name bij het Warblingshuis bestaat een bijzondere samenhang tussen ex- en interieur.
In opdracht van het Elisabeth Strouven Fonds (ESF) en samen met de Limburgse Monumentenstichting (LMS) is de herbestemming gerealiseerd in de vorm van 4 appartementen in het Warblingshuis en 2 appartementen in het koetshuis.
De monumentale elementen van het in- en exterieur zijn hierbij behouden gebleven. De appartementen zijn gasloos uitgevoerd.